Doelen stellen en bereiken: schakelen tussen metaprogramma's
Doelen of voornemens: we stellen ze traditioneel vooral bij oud en nieuw. Na een half jaar blijkt dan, net als bij het merendeel van de mensen met goede voornemens, dat we zijn teruggevallen in ons oude gedrag.
Ook in een zakelijke context gebeurt dit regelmatig: adviseur Paul Kerr bijvoorbeeld onderzocht de implementatie van ERP-systemen (Enterprise Resource Planning): 51% van de implementaties mislukte. In een andere studie naar IT-projectmanagement bleek dat 61% mislukte, bij meer dan driekwart werd het tijdschema flink overschreden en meer dan de helft overschreed hun budget met een substantieel bedrag.
Al deze projecten voldeden echter wel aan de NLP-eisen voor 'welgevormde doelen'. Deze eisen verhogen de kans op succes. Hoe komt dat?
Wat is er aan de hand bij het niet-halen van doelen? Voor het bereiken van doelen is een groot aantal verschillende metaprogramma's of denkstijlen nodig. Doelen stellen en bereiken is daarom voor gevorderden.
(Meer over metaprogramma's staat in de artikelen Metaprogramma's; denkstijlen met bijbehorend gedrag en 13 metaprogramma's).
Doelen stellen
De NLP vormvoorwaarden voor doelen zijn onder meer:
1 Het doel wordt positief geformuleerd
Formuleer wat je wilt bereiken, niet wat je niet wilt. Je zegt bijvoorbeeld: 'Ik wil op tijd komen' in plaats van 'Ik wil niet steeds te laat komen'. In termen van metaprogramma's: 'naartoe'-denken (wat wil ik bereiken).
2 Het doel is toetsbaar
Wat zie ik, hoor ik en voel ik en wat doe ik als mijn doel bereikt is. Hoe meer details je daarover kunt geven hoe beter. In termen van metaprogramma's: visueel, auditief en kinesthetisch (zintuiglijk waarneembaar) en ook specifiek (details), interne referentie (wat vind IK ervan), activiteiten (wat DOE ik precies).
3 Het bereiken van het doel ligt binnen je eigen controle
Of het gestelde doel behaald wordt, hangt af van wat je zelf onderneemt; niet van wat anderen doen of laten. In termen van metaprogramma's: 'controle binnen zelf' (ik bepaal het resultaat) en 'alleen' (IK doe het werk).
4 De context van het doel is duidelijk
Onder welke omstandigheden, in welke situatie en met wie wil je het doel bereiken. In termen van metaprogramma's: specifiek (details, precisie), procedure (stappenplan), informatie (analyse) en mensen (wie heb ik nodig).
5 Het halen van het doel is 'ecologisch'
Wat zijn de effecten van het halen van het doel in het grotere geheel (gezin, werk, maatschappij) en wat zijn de effecten op de langere termijn? In termen van metaprogramma's: globaal (overzicht over grote geheel), toekomst, structuur (hoe zit het in elkaar) en externe referentie (wat vinden anderen ervan).
Tijdens het doelen stellen verricht je veel denkwerk: metaprogramma 'reactief'. Je wilt naar een nieuwe situatie waarin je het doel hebt gerealiseerd en dat vraagt om ontwikkeling of verandering die je ook echt gaat uitvoeren: 'proactief' (actie ondernemen).
Nog specifieker
Bij ieder doel kun jezelf bovendien afvragen:
- Wat is het doel achter het doel? Wat levert het mij op als ik dit doel bereik?
- Loop ik ergens vast?
- Is er een andere, makkelijkere manier om het doel achter dit doel te bereiken? Wat zou ik doen als het in orde was om dit doel op te geven?
Voorbeeld
Doel: Promotie op het werk
- Het doel achter dit doel is beter betaald, bevredigender werk.
- Het lastige is dat mijn baas mijn collega leuker vindt, mijn competenties niet waardeert en niet snel een gok waagt.
- Een andere manier om mijn doel achter dit doel te bereiken is op vacature-websites te kijken, vrienden bij een andere instelling te bellen of binnen de organisatie te kijken naar een andere baan.
In termen van metaprogramma's: reactief (eerst nadenken), mismatchen (wat klopt of lukt er niet?), opties (wat is er allemaal mogelijk).
Ook onderweg naar het doel is het belangrijk om te kunnen schakelen tussen metaprogramma's of denkstijlen:
- Hoe weet je dat je naar het doel toe beweegt?
- Welke informatie krijg je dat je vooruitgang boekt en hoe vaak controleer je de vooruitgang?
- Zijn er meerdere manieren om dit doel te bereiken?
In termen van metaprogramma's: naartoe (bereiken), matching (wat klopt of lukt wel), informatie (analyse), opties (wat is er mogelijk).
Daarnaast is het belangrijk om je af te vragen of het doel sowieso haalbaar is. Als iemand anders het al eens gehaald heeft, dan is het theoretisch mogelijk. Als je de eerste bent met dit doel, dan kom je er pas achter als je het doet. Als het doel te 'groot' lijkt, deel het dan op in kleinere 'brokken'. In termen van metaprogramma's: reactief (nadenken), concept (theorie of principe), specifiek (precisie, details, kleinere stukken).
Voor het hele proces van doelen stellen en bereiken zijn dus de volgende metaprogramma's nodig: proactief/reactief, naartoe, in/externe referentie, opties/procedure, (mis)matchen, controle binnen zelf, ontwikkeling/verandering, globaal/specifiek, mensen/activiteiten/informatie, concept/structuur, alleen, toekomst en visueel/auditief/kinesthetisch.
Vergelijk deze benodigde metaprogramma's eens met het gemiddelde metaprofiel (een gemiddelde van meer dan 2000 profielen).
De grootste uitdaging ligt in het schakelen tussen 'voldoet wel' en 'voldoet niet', ook wel matchen en mis-matchen genoemd. Het merendeel van de mensen heeft een grote voorkeur voor matchen. Terwijl ook mismatchen (wanneer voldoet het niet, hoe lukt het niet?) nadrukkelijk nodig is om een doel daadwerkelijk te bereiken.
Dat geldt ook voor de metaprogramma's globaal en specifiek. Het merendeel denkt globaal, terwijl specifiek denken (ook op de details letten) nadrukkelijk bepaalt of iemand een doel bereikt of niet.
Ook het schakelen naar de denkstijl 'alleen' is een aandachtspunt. De meeste mensen zijn georiënteerd op samen of nabijheid van anderen. Haalbare doelen echter worden bereikt doordat mensen er (ook) alleen aan werken: wat is hun aandeel?
Conclusie:
Doelen stellen en bereiken is een uitdaging omdat het nodig is, zoals uit voorgaande analyse blijkt, om te kunnen schakelen tussen een groot aantal metaprogramma's. De belangrijkste zijn daarbij match-mismatch, globaal-specifiek en 'alleen'.
Dat vergt nogal wat van de 'gemiddelde' mens, zowel privé als op het werk. Als we naar het gemiddelde metaprofiel kijken, zien we namelijk dat mismatchen, specifiek en alleen lager scoren dan hun tegenpolen matchen, globaal en samen/nabijheid. Terwijl deze wel nodig zijn.
Gemiddeld bekeken liggen hier mogelijk de grootste valkuilen bij het bereiken van doelen.
Uiteraard verschilt dit van mens tot mens en wordt per individu bepaald waarin de grootste belemmering zit om het gestelde doel daadwerkelijk te bereiken.
© Kikker Groep