Verpleegkundigen slikken te veel

Ineke van Beijnum, verpleegkundige & verplegingswetenschapper in een ziekenhuis:

Verpleegkundigen slikken te veel, uit zorg om de patiënt

Ineke van BeijnumWillen verpleegkundigen en verzorgenden nog meer mensgerichte familiecultuur? Ja, dat is herkenbaar. Teams lijken elkaar soms wat te verliezen. De meesten werken parttime, iedereen heeft een ander rooster, er zijn oproepkrachten, er is verloop en ziekteverzuim, het werk zelf wordt individueler en versnipperd vanwege specialisatie. De zorg is intensiever dan vroeger: wie nu in een ziekenhuisbed ligt, heeft complexe zorg nodig. Zo niet, dan is er de thuiszorg. Korte, efficiënte opnames geven veel opname- en ontslagmomenten en juist die schakelmomenten zijn arbeidsintensief. Tel daarbij de snelle ontwikkelingen en reorganisaties op en je begrijpt die behoefte aan houvast. Je wilt elkaar zo goed kennen dat je goed kunt samenwerken en op elkaar kunt inspelen.

Adhoc waan van de dag

Meer vernieuwing, adhocratiecultuur, komt naar mijn mening pas daarna: rust en reflectie zijn nodig als basis om tot ontwikkeling te komen. Nu bestaat de basis uit hoge werkdruk en de waan van de dag. Verpleegkundigen zijn als 'doeners' goed in ad hoc problemen oplossen. De lange termijn schiet erbij in, zoals patiëntgerichte verpleegplanning. Terwijl je die tijd terug 'verdient' als je de zorgbehoefte vooraf goed in kaart breng en meer tijd voor het opnamegesprek neemt en zo je patiënt beter leert kennen en kunt voorlichten: wat kan hij of zij zelf doen? Patiënten die zelf verantwoordelijkheid nemen, schelen ook in de werkdruk.

De zorgcoördinatoren in ons ziekenhuis zijn meewerkend 'voorman': zodra het druk is, staan ze zelf aan het bed. En het is altijd druk. Dus komen ze te weinig aan langetermijn planning en leidinggeven toe.

Zorgen om de zomervakantieplanning

Ik vind dat verpleegkundigen eigenlijk te veel slikken. Dat doen ze omdat het anders ten koste gaat van de patiënt. Er is bezuinigd, we zitten krap in het personeel, maar de kwaliteit van zorg is niet minder geworden!

Ik zie dat veel verpleegkundigen zich opgejaagd voelen; daarom wil men minder marktcultuur; minder productie draaien. Steeds meer medewerkers komen klem te zitten met hun waarden en idealen; waarom heb je ooit voor het beroep van verpleegkundige gekozen? Om voor mensen te zorgen. Dat is wat anders dan zo snel mogelijk je taken afwerken. Goede zorg kan niet zonder een respectvolle bejegening.

En nu komt de zomervakantieplanning er weer aan: de vraagstukken over kwaliteit en bezetting doemen weer op. Wie houdt er rekening met collega's en patiënten? Verpleegkundigen.

Kwaliteit van zorg

Managers moeten in overleg met verpleegkundigen en artsen kwaliteitseisen vaststellen ( bijv. de patiënt weet wat hij van de zorg in het ziekenhuis kan verwachten en wie zijn aanspreekpunt is, opnamegesprek en ontslaggesprek) en deze eisen niet tijdelijk naast zich neer leggen in krappe tijden, maar faciliteren. Als ze hiervoor zelf de middelen niet kunnen organiseren dan moet deze verantwoordelijkheid worden doorgespeeld aan de directie, die mogelijkheden zoekt in organisatie en financiers.

Verpleegkundigen worden opgeleid voor kwaliteit van zorg, laat die kwaliteit het uitgangspunt zijn!


Jolanda van Teeffelen, verpleegkundige op afdeling interne oncologie:

Mondige patiënten, (te) drukke artsen, leidinggevenden én collega's: pittig!

Jolanda van Teeffelen'Ik werk nu in een klein ziekenhuis waarin we elkaar veel zien. Het personeel is belangrijk en iedereen steunt elkaar. Zo'n familiecultuur is leuk, maar het mag van mij best marktgerichter, resultaatgericht. Hiervoor werkte ik in een groter ziekenhuis waarin de cultuur meer op productie leek: "je wordt ervoor betaald – dus niet zeuren".

Hier houden mensen meer vast aan verworven rechten en zijn er eilandjes, iedereen hecht sterk aan de eigen afdeling en aan wie je kent.

Er is wel een omslag gaande. Er moet efficiënter gewerkt worden, het wordt zakelijker.

Dit kleine ziekenhuis vind ik gezelliger, er zijn minder managementlagen, minder administratie. Maar ook minder vernieuwing. Men houdt vast aan het oude, in plaats van naar innovatie en ontwikkeling te streven. Verandering geeft hier sneller weerstand.

Praten en breien

Werkdruk - ja, die is pittig. We leveren korte en complexe zorg: vroeger lagen mensen hier gemiddeld 5 dagen en nu nog maar 3. Het kost tijd om de organisatie daarop aan te passen.

Het laatste half jaar is er bezuinigd. Vacatures worden niet opgevuld. Waar moet dat heen? Leidinggevenden hebben het ook drukker, dus kunnen ze minder aandacht geven aan het personeel. Patiënten zijn mondiger dan vroeger en stellen eisen en klagen eerder. Wij krijgen minder waardering als verpleegkundigen. Artsen hebben het ook al zo druk: dus wil feedback er wel eens te bot uitkomen.

De werkdruk maakt het ook onderling minder gezellig. Dus dat gebakje of de gratis lunch op de dag van de verpleging: dat is toch wel leuk...!

Je moet wel meegaan met je tijd. Patiënten moeten meer zelf doen - en dat kan soms ook best. En als er minder tijd is voor een praatje met de patiënt, dan moet je die tijd of maken of "praten en breien": bijpraten terwijl je een infuus aanlegt. Het werk is afwisselend, dat houdt het leuk voor mij.'


Evert Mulder, verpleegkundig teamleider in een verpleeghuis:

Handhaaf je belangrijkste principes, zoals mensen boven financiën

'Ik was al met pré-pensioen – maar ik vind mijn werk leuk om te doen. Het is mooi om met mensen te werken. Dus ik werk door tot mijn 65e. We hebben een gemotiveerd team; de werkcultuur is hier voorbeeldig. Dat is het resultaat van jaren en van vele mensen. We hebben horizontale lijnen, een evenwichtige man-vrouw verdeling en een gevarieerde leeftijdsopbouw van 17 tot 61 jaar. Wat me opviel toen ik hier kwam werken is dat er zo volwassen feedback gegeven en ontvangen wordt: op de inhoud, en het wordt niet persoonlijk opgevat. Je spreekt elkaar op iets aan en daarna werk je prettig verder. Dat is bijzonder voor een verpleeghuis.

We hebben hier minder dan 2% ziekteverzuim; dat komt omdat die cultuur zo prettig is. Op andere afdelingen is dat wel anders. Mensen ervaren daar een enorme werkdruk, vooral diegenen die zich verantwoordelijk voelen. Hier valt de werkdruk mee, omdat we het samen doen.

Veranderingen accepteren

Cultuur komt van boven naar beneden en de vraag is: wat komt er nu...? Wij staan voor een fusie, de organisatie wordt groter. We zitten in een overgang naar meer marktcultuur. Dat houd je niet tegen: als je dat probeert, brand je op. De kunst is om in alle veranderingen toch jezelf te blijven en je belangrijkste principes te handhaven. Iedere verandering biedt ook nieuwe kansen. Het is hetzelfde principe als met onze cliënten, die dementeren. Zij zijn niet te genezen. Dus is accepteren belangrijk: hoe maak je er het beste van? Wat kun je nog wél?

Mijn zoon en dochter werken beiden in een ziekenhuis; ze werken daar heel resultaatgericht en veel mensen denken in geld. Ik heb andere waarden dan financiële, ik laat me meer door de inhoud leiden en het contact met mensen. De dag van de verpleging betekent wel iets voor mij: het is feestelijk, even extra aandacht, centraal staan en dat hebben we ook wel verdiend.'